De bergritten in de Tour de France zijn in 2023 zo ingedeeld dat de winnaar van het bergklassement drie weken lang in topconditie moet zijn. Het is punten sprokkelen vanaf de eerste zaterdag tot de allerlaatste in week 3. Daarmee lijken de beste klassementsmannen ook in 2023 weer favoriet te zijn. Toch is de bolletjestrui zo iconisch dat elk jaar weer een grote groep aanvalslustige klimmers een gooi doet naar dit nevenklassement. Welke renners behoren in 2023 tot de favorieten voor het bergklassement?
De recente geschiedenis leert ons: win je het algemeen klassement dan win je ook het bergklassement. Deze wijsheid ging op voor de afgelopen drie jaar en ook in de komende editie lijken Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard er de meeste kans op te maken. Voornamelijk omdat verreweg de meeste punten zijn te verdienen op de bergaankomsten van de buitencategorie.
Toch zijn er wat erkende klimmers die al hebben aangegeven niet voor het algemeen klassement te gaan. Bijvoorbeeld Giulio Ciccone. De renner van Lidl-Trek stond afgelopen mei helemaal klaar voor zijn Giro-deelname maar moest wegens corona afzeggen. En dat terwijl hij in het voorjaar erg veel indruk maakte in de koersen van een week. Vooral zijn vinnige versnelling in de laatste kilometer bracht hem vele ereplaatsen. Het is precies die acceleratie die een renner nodig heeft om op de top van de berg zijn concurrenten voor te blijven.
De winnaar van het bergklassement in de Giro staat er ook op voor de Tour: Thibaut Pinot. Combineer een aanvalslustige stijl met zeer goede klimmersbenen en de Fransman kan in eigen huis de bollentrui veroveren. Tijdens zijn afzwaaitour zijn de Franse fans ook vast niet te beroerd om hun lieveling een klein duwtje omhoog te geven. Het zou een geweldige kers op de taart zijn voor de geitenherder die – ironisch genoeg – het koersen in Frankrijk nooit echt omarmd heeft. Voor landgenoot Romain Bardet geldt dat ook, al is hij de laatste jaren steeds meer op zijn plek in Frankrijk. Mocht het eindklassement te hoog gegrepen zijn voor hem, kan hij wellicht Plan B in het leven roepen: het bergklassement.
Vorig jaar dacht de Duitser Simon Geschke lang dat hij het bergklassement zou winnen. De bebaarde renner van Cofidis sprokkelde zijn punten door maar liefst vijfmaal mee te zitten in de ontsnapping tijdens bergetappes. Het bleek niet genoeg. De gretigheid van Jonas Vingegaard op de Hautacam kende meerdere slachtoffers en Geschke was daar één van. Als hij de benen van vorig jaar heeft kan hij ook deze editie een gooi doen naar de bollentrui.
Wellicht is het beter om te zoeken naar de renner die de rol van Simon Geschke kan overnemen, bij een ploeg zonder doelen voor het algemeen klassement bijvoorbeeld. Vanuit Frans grondgebied komen dan twee namen automatisch naar boven drijven: Julian Alaphilippe (winnaar bergklassement in 2018) en Warren Barguil (winnaar bergklassement in 2017). Voor Alaphilippe zijn drie weken in de schijnwerpers wel weer welkom, na zijn mindere periode. Al is de vraag of hij het bergklassement wel een serieuze prijs vindt. Dan is er altijd nog de aanvallende Barguil die zijn klassementsambities overboord heeft gegooid. In de Giro kwam hij tweemaal tot een mooie notering in een bergrit, wat kan hij nu in eigen land?
Deze Tour debuteert het Noorse Uno-X in de Tour de France, een team wat volledig uit Noren en Denen bestaat. Deze ploeg wil zich natuurlijk direct laten zien aan het grote publiek en daardoor zou het weleens aanvallen kunnen regenen bij de Noorderlingen. De meest talentvolle van het stel is Tobias Halland Johannessen. Vorig jaar won hij al het jongerenklassement in de Critérium du Dauphiné en dat laat zien dat hij uitstekend kan klimmen.
Wil je nou echt een outsider, kies dan voor Georg Zimmermann, Maxim van Gils of Felix Gall. Drie jonge talentvolle renners die prima een berg overkomen. Zimmermann koerst vooral aanvallend, Van Gils is een alleskunner en Gall heeft in de Alpen al meerdere keren laten zien met de beste omhoog te kunnen.
