Niet elke voorjaarsklassieker kent een episch wedstrijdverloop. Veel van de vlakke koersen eindigen namelijk ‘gewoon’ in een massasprint. Een stuk minder leuk om te kijken, maar wel vele malen makkelijker om te voorspellen. En als je dat goed beheerst is het daarmee automatisch weer een stuk leuker om te kijken! Klinkt logisch toch? Maar wie van de sprinters moet je dan selecteren voor dat ultieme kijkgenot?
Kies snelheid en kies voor kwantiteit. Je sprinters moeten op de startlijst staan voor de wedstrijden die normaal gesproken in een massasprint eindigen én ze moeten dan ook nog een goede kans hebben om te winnen. In dat geval kom je al automatisch bij Fabio Jakobsen en Jasper Philipsen uit. De Europees Kampioen Jakobsen noteerde in januari in Argentinië al zijn eerste overwinning en behoort tot de allersnelsten van het peloton. Philipsen begint ook langzaam die status te verwerven en won als enige sprinter in de Tour vorig jaar twee etappes. Het programma van Philipsen is net een tikkeltje interessanter, maar daar betaal je dan wel weer voor.
De link tussen bovenstaande renners is Tim Merlier. Was hij vorig jaar nog ploegmaats van Philipsen, dit jaar rijdt hij voor dezelfde werkgever als Jakobsen. Is dat nou wel zo verstandig? In de voorgaande jaren behoorden Merlier en Philipsen vaak tot de sterkste van de dag, maar vertikten zij het om voor elkaar te gaan rijden. Nu heeft Merlier met Jakobsen ook een sterke concullega, maar zie je Merlier al voor Jakobsen op kop gaan rijden? Of andersom? Toch beschikt de Belg over één van de allersnelste sprints. In de Vuelta kwam dat niet helemaal tot uiting, maar met een sterke sprinttrein en een gereduceerd peloton heb je met Merlier goud in handen.
Tijdens diezelfde Vuelta liet Mads Pedersen zien wat voor complete – en nu ook consistente – sprinter hij is geworden. Bij een derde van de etappes behoorde de Deen tot de beste of de één na beste. Vooral in de net iets oplopende zware sprints was de oud-wereldkampioen oppermachtig en dat belooft wat voor de zware voorjaarskoersen. In de vlakke sprints van het openingsweekend van de Vuelta was Sam Bennett dé man. Met de perfecte lead-out van teamgenoot Danny van Poppel won hij ook Eschborn-Frankfurt vorig jaar.
Zei er iemand Eschborn-Frankfurt? Dan is Alexander Kristoff nooit ver weg. Niet voor niets draagt de Noor de bijnaam Mr. Eschborn-Frankfurt, want naast zijn vier eindoverwinningen behaalt hij steevast het podium in de afsluitende koers van het Klassiekerspel. Als je nog iets wilt goedmaken op de laatste dag is deze bonkige Noor een absolute zekerheid voor in je team. De vraag is wel of hij na zijn transfer van Intermarché naar Uno-X nog steeds over de ploegmaats beschikt om hem in de ideale positie af te zetten.
De snelle mannen Dylan Groenewegen en Caleb Ewan reden in de voorgaande jaren een stuk minder (semi-)klassiekers dan bovenstaande renners. Toch kan je met een gerust hart de captainfactor op deze topsprinters inzetten. Als zij op de startlijst staan, behoren zij tot de absolute favorieten. Groenewegen lijkt in 2022 een iets completere renner te zijn geworden en moest op de lastige stukken later lossen dan zijn ploeggenoten met vergelijkbare dijbenen.
Behalve Caleb Ewan dan, want hij is een sprinter die écht een kleine heuvel goed over kan. Tijdens Milaan-San Remo in 2021 fietste hij vrolijk met Wout van Aert en Mathieu van der Poel de Poggio op, maar voorkwam een vlucht van Jasper Stuyven een sprint en een mogelijke overwinning van de Australiër.
Een sprinter die de afgelopen jaren wat aan het sukkelen is met zijn gezondheid, vorm en behaalde resultaten in de Scorito-spellen is Fernando Gaviria. In zijn eerste profjaar in 2016 liet hij in de ploeg van Patrick Lefevere zien dat hij de voorjaarskoersen prima kan verteren. Op slechts 21-jarige leeftijd zorgde de ‘Patbonus’ voor top tien noteringen in Dwars door Vlaanderen en Gent-Wevelgem en won hij in het najaar meerdere eendagskoersen. Nu hij de overstap heeft gemaakt naar het Spaanstalige Movistar is het denkbaar dat hij zich een stuk meer op zijn gemak voelt. Wellicht wordt 2023 dan toch hét jaar wat hem al sinds 2016 toegeschreven staat.
Wat Gaviria in 2016 was, kunnen Biniam Girmay, Olav Kooij en Arnaud de Lie in 2023 worden. Begintwintigers die tijdens de sprints zich brutaal tussen de gevestigde orde positioneren. Met het verschil dat de Eritreese Girmay hard aan de weg timmert om inmiddels zelf al een gevestigde naam te zijn. Winst in Gent-Wevelgem én een etappe in de Giro. De sprinter van Intermarché-Circus-Wanty was één van de leukste verrassingen van 2022.
Bij die andere Belgische ploeg Lotto Dstny heeft De Lie op 20-jarige leeftijd al twaalf overwinningen bij elkaar gefietst! De wielerwereld kijkt smachtend naar de eerste duellen tussen hem en de absolute top. Maar in de Ster van Besseges liet hij al zien dat hij Mads Pedersen op een typische ‘Pedersen-aankomst’ kan verslaan. Ook Nederland heeft wederom een nieuw sprinttalent met Kooij. Na Dylan Groenewegen, Fabio Jakobsen is het nu de beurt aan de renner van Jumbo-Visma. Maar zijn overwinningen behaalt hij voornamelijk in de vlakke etappes in de kleinere etappekoersen, terwijl De Lie zich al heeft bewezen in de eendagskoersen.